[Frederik Ragstad van Weylle]
Ragstad van Weylle (Frederik), die eerst rabbijn te Metz was, liet zich te Kleef in 1671 met den naam van den Grooten Keurvorst, hertog van Kleef, doopen en beoefende de wetenschap van zijn nieuwen godsdienst. Den 31 Dec. 1672 werd hij als theol. stud. te Leiden ingeschreven met de bijvoeging: Metensis, gente Judaeus et quondam Rabbinus, 26, T., Ref. Cand., Hon. gr. Zijne eerste standplaats als pred. was Ossenisse, waar hij 16 Jan. 1678 bevestigd werd; kwam vandaar in 1680 te Spijk bij Gorinchem, werd daar in 1708 emeritus en overleed in 1729.
Zijn Theatrum lucidum, Amst. 1672, in 't Ned. vert. als De Heerlijkheid Jesu Christi, ald. 1683, 2e dr., ald. 1684, overtuigde een Portugeeschen stamverwant, dien hij op zijn beurt in 1686 doopte; Wangestalte van het hedend. Jodendom, Dordr. 1698; Klaar Vertoog dat Jesus is de Chr., 's-Grav. 1731, en dgl. geschr., uit zijn persoonlijkheid voortgevloeid.