[Clara Feyoena van Sytzema, baronnesse van Raesfelt]
Raesfelt (Clara Feyoena van Sytzema, baronnesse van), geb. te Leeuw. 5 April 1729, schr. op 16-jarigen leeftijd verzen, die haar vader, eigenaar van het herbouwde landgoed De Burg van Tamminga onder Bellingeweer, liet drukken als: Bellingeweerder Uitspanningen, Gron. 1746. Zij woonde sedert haar in 1750 gesloten huwelijk met den kapitein J.S. van Raesfelt, heer van de Heemse, enz. op deze door haar bezongen buitenplaats bij Hardenberg, beoefende daar de poëzy, en schr.: Heemse; hof-, bosch- en veldzang, in vier zangen, Utr. 1783; Gedichten, inhoudende stichtelijke en mengeldichten en verspreide gelegenheidsverzen, Amst. 1794. Zij is de dichteres der Evang. Gez. 44 en 154. Op gevorderden leeftijd schr. zij ‘tot eigen gebruik’: Kort begrip der Gesch. van Oud-Griekenland, waar agter eene korte gesch. van Sicilië, Coevorden, Mei 1803.