Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Willem Pleyte]Pleyte (Willem), geb. 26 Juni 1836, te Hillegom, waar zijn vader pred. was, die te Loenen aan de Vecht overl., 5 Oct. 1857, kreeg zijne opleiding aan het gymn. te Zalt-Bommel, werd 14 Sept. 1855 theol. stud. te Utrecht, in 1860 proponent bij de Ned. Herv. kerk, legde zich toe op de archeologie, zoo van de Oostersche volken, inzonderheid van de Hebr. en Egyptische, als op die van ons land, werd in het begin van 1869 benoemd tot conservator aan het Rijksmuseum te Leiden, ontving in 1875 het welverdiende eeredoctoraat der universiteit aldaar, en is daar onder dien bescheiden titel, ook in andere wetenschappelijke instellingen voortdurend werkzaam. Schreef, en uit den aard der onderwerpen ook buiten het gebied onzer taal: La religion des Pré-israélites. Recherches sur le dieu Seth, Utr. 1862; Lettre... sur le dieu Seth, 1863; Set dans la barque du soleil, Leide 1865; Etudes Egyptologiques, Leide 1866 v.v.; Cat. des types Egyptiens de la fonderie de Tetterode à Amst., dessinés par W. Pleyte, Leide 1865; Le papyrus Rollin de la bibl. royale à Paris, Leyde 1868; Leiden vóór 300 jaren en thans, ald. 1875; La construction de l'égl. paroissiale de St.-Jacques à Utrecht, Leid. 1877; Nederl. Oudh. van de vroegste tijden tot op Karel den Groote, ald. 1877 en v.v.; Over drie hss. op papyrus, Amst. 1884. Met Jhr. mr. Th. H.F. van Riemsdijk, z.a.: Peintures murales découvertes dans l'église paroissiale de St. Jacques à Utrecht, Leide 1874; met A. v.d. Boogaart en H. Bouwheer, Meerveld en Meervelderbosch, Barneveld, 1886. Voorts bijdr. in: werken der Kon. Akad.; Ned. Spect.; Nederland; Hand. en meded. Letterkunde; verschillende dag- en weekbladen, o.a. in het Maandblad voor het Onderwijs: Over het leeren lezen; en in verschillende buitenl. jaarschriften. |
|