[Christina Elisabeth Perk]
Perk (Christina Elisabeth), in onze letteren bekend als Mej. Betsy Perk, geb. 26 Maart 1833 te Delft, is de stichtster der Algemeene Nederl. vrouwenvereeniging (1870), eere-presidente van de vereeniging ‘Arbeid adelt’ (1872), lid van de Italiaansche Maatschappij ‘Cosmico Umanitaria di Ravenna’ (1873), en ontwerpster en redactrice van het weekblad voor vrouwen Ons streven, later Onze roeping (1870).
Zij schreef, behalve een groot aantal novellen en bijdragen in tijdschriften en jaarboekjes, de volgende werken: Een kruis met rozen, Rotterd. 1863; Wenken voor jonge dames, Arnh.; Sixtus IV en Lorenzo de Medicis, histor. roman, Dord. 1869; Onder de Banditti, 's-Hage; Elisabeth van Frankrijk, Delft 1871; Te elfder ure, Amst. 1872; Tesselschade in den huiselijken kring, 's-Hertogenb. 1873; Mijn ezeltje en ik; een boek voor vriend en vijand, Dord. 1874; De starren liegen niet, Drama, 1875; Neef Joseph, Roman, 2 dln., Utr. 1875; Anna van Bretagne. Dram. schets, Arnh. 1878; Elisabeth, de jonkvrouw in 't kasteel te Valkenburg, Drama, Venloo, 1878; Mejonkvr. de Laval, Arnh. 1883; De laatste der Bourgondiërs in Gent en Brugge, Haarl. 1885; Oud en Jong Brussel, Dordr. 1885; Yline, prinses Daschkoff-Worenzoff, 's-Grav. 1885; Gustave Droz, Heden en Verleden. Vrije bewerking, Aarlanderveen, 1886; Een recruut op Corsica, Amst. 1887; De wees van Averilo. Hist.-rom. verhaal, Arnh. 1888; Kijkjes in België, 's-Grav. 1888; Voor oud en jong. Uit het roode boek van den laatsten der ridders, Amst. 1888.