[Albertus Perk]
Perk (Albertus), in 1795 evenals de voorg. geb. te Hilversum, waar zijn vader notaris was en hij dezen opvolgde in 1820. In 1871 legde hij dit ambt neder, werd evenzeer door zijn zoon vervangen, bracht zijn' rusttijd in zijne geboorteplaats door, en eindigde er zijn nuttig en werkzaam leven, 7 Dec. 1880. Zijn bijna onafgebroken verbijf in Gooiland had hem eene zeldzaam grondige en uitgebreide kennis doen verkrijgen van die streek in Gooiland, bovendien beoefende hij tot uitspanning de letterk., inzonderheid de dichtkunst.
Schr.: Oorsprong en aard der gebruikrechten op de heiden en weiden in het Gooiland, Arnhem, 1842; Nalezingen en Bijv. in de Gesch. van Oud-Naarden, van Lamb. Hortensius, bewerkt door Prof. P. Hofman Peerlkamp, Utr. 1866; een paar kleine opst. over plaatselijke oudheden; een gedicht onder den titel De Eendracht, dat buiten zijn weten op een anders naam in den Antwerpschen Almanak voor 1820 werd uitgegeven, doch door hem geplaatst in de Vaderl. Letteroef. voor 1821. Ook vertaalde hij in dichtmaat de bekende vertelling Vert-Vert van Gresset.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1881.)