Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Petrus Hofman Peerlkamp]Peerlkamp (Petrus Hofman), geb. te Groningen 2 Februari 1786, studeerde in zijne geboortestad en promoveerde in de letteren. Achtereenvolgens was hij in 1803 praeceptor te Haarlem, in 1804 rector te Dokkum, in 1816 rector te Haarlem, en in 1822 gewoon hoogleeraar in de letterkunde en geschiedenis te Leiden, welke betrekking hij in 1849 neerlegde, om te Hilversum te gaan wonen, waar hij 29 Maart 1865 overleed. Behalve een groot aantal Latijnsche geschriften in proza en poëzie, en kritische uitgaven van klassieke schrijvers schreef hij: Opmerkingen betreffende de Staten-Overzetting van de Evangeliën en Handelingen der Apostelen (anoniem); Hulde aan de nagedachtenis van A. Loosjes Pz., toegebragt door het Departement van Letterkunde van het genootschap: Oefening in Wetenschappen te Haarlem 14 Maart 1818, Haarlem 1818; Voorrede voor H.G. Oosterdijks Lierzangen van Horatius in Ned. verzen, Haarl. 1819; Levensbericht van J. Venhuizen Peerlkamp, zijn broeder, in de Hand. Mij. Ned. Lett., 1865. Voor het Hist. Gen. te Utrecht gaf hij met A. Perk, z.a., uit: Lamb. Hortensius, Over de opkomst en den ondergang van Oud-Naarden, Utr. 1866. Ook voor de Nederlandsche letterk. gesch. is hoogst belangrijk zijn: Liber de Vita doctrina et facultate Nederlandorum qui carmina Latina composuerunt, vooral de 2e uitg., Haarl. 1838; niet minder zijne uitgave van Huygens' De Vita propria sermonum, ald. 1817, vooral vóór de vertaling van Loosjes, 1821 of de eerste uitgave van het Cluys-werck, 's-Grav. 1841. (Ned. Spect. 1865.) |
|