[Tielman Olivier Schilperoort]
Olivier Schilperoort (Tielman), geb. te Utrecht 1781, onderscheidde zich door zijne geoefendheid in de levende talen; Bilderdijk prees zijn taaltakt; hij was, als de meeste zijner verwanten, onderwijzer. In het staatkundige was hij een hevig bestrijder der omwentelingen, niet het minst der Belgische; als taalkundige schreef hij tegen Siegenbeek en Weiland en vóór Bilderdijk; deze gaf hem vermoedelijk de scherpe critiek over het trsp. Montigny van H.H. Klijn in de pen. Hij moet een zeer bewegelijk leven gehad hebben. In 1806 was hij leeraar aan de mil. school te Honselaarsdijk, in 1812 part. secr. van den maire te Antwerpen, een paar jaar later woonde hij ‘zonder beroep’ ‘aan 't Blauwhoofd’ te Amst., was een tijdlang regent van het Luxemburgsche athenaeum, woonde ook in Den Haag, daarna te Rott., werkte voor bladen en tijdschr., zoo van staatk. als letterk. strekking, vertaalde veel werken en gaf brochures over openbare aangelegenheden; eindelijk begaf hij zich naar Brussel, waar een zijner dochters woonde, leefde er in bekrompen omstandigheden en overl. er in Sept. 1851.
Tot zijne veelvuldige geschr. behooren: Tafereel der gebeurtenissen van Europa, op het einde der achttiende en het begin der negentiende eeuw, 2 dln., Utr. 1803; Proeve van nieuwere taalkunde op de Nederl. spraakkunst toegepast, Gron. 1806; Aurora, wijsgeerig staatkundig jaarboek over 1815, Z.-Bomm. 1816; Levens en karakterschets van Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau (naar het Hoogduitsch), Zutf. 1818; Proeve over de uitgangen der (fransche) naamwoorden, 's-Hage 1818; Proeve van beoordeelende Tooneel-Dichtkunde, op het treurspel Montigny toegepast, Amst. 1822; dit werk is later door de vrienden van Klijn opgekocht en werd dus zeldzaam. Om zijn auteurschap te handhaven schreef hij, in Aug, 1822, eene wederlegging der meening, dat hij slechts zijn naam daarvoor had laten gebruiken, in een brief aan den secr. van 't Instituut, die ongedrukt bleef. Verder: Byron als mensch en dichter beschouwd, Delft 1826; Kort begrip van het zamenstel onzer taal, na inzage van Mr. W. Bilderdijk's Spraakleer, Amst. 1827; Proeve van beoordeelende taalkunde, Amst. 1830; Herinneringen uit Engeland, als bijdrage tot de kennis van den tegenwoordigen staat des Rijks, 2 dln., Kamp. 1839. Voorts leer- en schoolb., tooneelschr. en bijdragen in dagbladen en