[Johannes Olivier Jzn.]
Olivier Jzn. (Johannes), omstreeks 1790 te Utrecht geb., was eerst werkzaam bij het onderwijs, ging in het 1817 naar Indië, werd vier jaar later bij de Algemeene Secretarie aangesteld en spoedig bevorderd; in hetzelfde jaar 1822 vergezelde hij met andere ambtenaren den commissaris Van Levenhove naar Palembang, keerde in 1823 naar Batavia terug, werd daar als schrijver bij de Marine teruggeplaatst wegens berispelijk gedrag, doch moest in '26 de terugreis naar Nederland aannemen, waar hij als auteur verscheen, het tijdschr. De Oosterling redigeerde en toen te Kampen woonde. Andermaal, in 1840 te Batavia gekomen, was hij eerst aldaar translateur en in Dec. van dat jaar hoofdonderwijzer bij de gouvernements lagere school te Weltevreden; eindelijk werd hij 26 Maart 1849 directeur der landsdrukkerij te Batavia, en overl. ald. in die betrekking, 26 Sept. 1858.
Schr., behalve eenige schoolb., Aanteekeningen op een reize in Oost-Indië en gedurende een veeljarig verblijf in onderscheidene Nederl. Etablissementen, Amst. 1837; Land- en Zeetogten in Neerlands Indië en eenige Britsche etablissementen in 1817-'26, 2 dln., Amst. 1828; Merkwaardigheden uit den tiendaagschen veldtogt der Nederlanders in België, Amst. 1834; Levensschetsen van de beroemdste mannen der oudheid in het gebied der kunsten en wetenschappen, naar de meest geloofwaardige bronnen opgesteld en ter vertaling in het Fransch met een woordenboekje voorzien, Kamp. 1837; Reizen in den Molukschen archipel naar Macassar enz. in het gevolg van den Gouverneur-Generaal van Neerlands Indië in 1824 gedaan, en volgens de dagboeken en aanteekeningen van onderscheidene reigenooten beschreven, 2 dln., Amst. 1834 en 1837; Tafereelen en merkwaardigheden uit Oost-Indië, Amst. 1841, C. de Jong, Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, Ierland en Noorwegen, voor jonge lieden bewerkt door J. Olivier, Amst. 1839. Voorts het tijdschrift: De Oosterling, bij uitsluiting toegewijd aan de verbreiding van kennis van Oost-Indië, verzameld en in het licht gegeven doo J. Olivier, Kamp. 1835-'37, vele verta lingen en enkele bijdragen in De Recensent ook der Recensenten, in het Tijdschrif van Neerl.-Indië enz.