[Mr. Pieter Willem Provó Kluit]
Kluit (Mr. Pieter Willem Provó), zoon van den voorg. en diens vrouw Elisabeth Provó, geb. te Lillo 16 Oct. 1773', prom. te Utrecht, en werd in 1796 griffier bij het Hof aldaar. Hij eindigde zijne rechterlijke loopbaan als president van het prov. hof van Noord-Holland en overl. bij Naarden, 23 Juli 1850.
Slechts zeer weinige zijner gedichten zijn uitgegeven: De Ruiter naar Chattam, dichtstuk, Utr. 1792; Iets ter nagedachtenis van St. J. van Geuns, hoogl. te Utrecht (met Dr. A.J. Troulja); Lierzang op den vrede, Utr. 1802; De Naged. van W. Scheidius verlevendigd, Utr. 1804; Dichterlijke uitboezeming op de ramp der stad Leyden, Leid. 1807; Lierzang uitgesproken ter eerste zamenkomste der Leden van het Utrechtsche Departement der Mij. tot Nut van 't Alg. 30 Nov. 1808, Utr. 1809; Bij het graf van mijne vrienden, medegedeeld door Mr. J.C.W. le Jeune (in De Konst- en Letterbode van 1852). Voorts bijdragen in den Muzenalmanak.