Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Mevr. Antoinette Kleyn-Ockerse]Kleyn-Ockerse (Mevr. Antoinette), echtgenoot van den voorg., geb. te Vianen in 1763, overl. te Leiden 25 Dec. 1828. Schr.: Gedichten (met haar man), Utr. 1792; Oden en Elegiën, 1800; (in 1809 met de Nagelaten Gedichten van J.P. Kleyn en op nieuw gedr., Arnh. 1818); Nieuwe dichtk. Mengelingen, Amst. 1817; Mengelingen in Proza en Poezy, 2 dln., Leid. 1817; Gedichtjes en Vertellingen voor kinderen, Leid. 1817; Nieuwe ged. en Vert. voor kinderen. In proza: Gedachten by Het graf van R. Blair, Z.-Bommel 1797, 2e dr. 1819; De Bijbel, een bron van goddelijk onderwys voor den mensch in zijne dagel. levensbetrekkingen, 2 dln., Delft 1825. Met haar broeder W.A. Ockerse, z.a., Gedenkzuil op het graf van Bellamy, Haarl. 1822. Hun kleinzoon Dns. J.P. Hasebroek bezit het Album zijner grootmoeder; het is eene belangrijke vriendenrol, ook uit het oogpunt der letterk. historie eene nauwgezette studie overwaard. |
|