[Jhr. Mr. Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet]
Jonge van Ellemeet (Jhr. Mr. Willem Cornelis Mary de), geb. te 's-Grav. 5 Mei 1811, verloor zijne ouders op zijn 12-jarigen leeftijd, ontving zijne opvoeding, volgens geboorte en rang, op Noorthey, werd in Juni 1829 stud. te Utrecht, nam deel aan den tiendaagschen veldtocht en prom. 28 September 1839. Vroeger had hij met Dr. De Raadt het buitenland bezocht; in 1829 reisde hij met zijne vrienden F.H.C. Drieling en J.G. Blankenbijl in Zwitserland en Lombardije, door den eersten beschreven, Utr. 1833. In 1839 liet hij het vorstelijk landgoed Overduin bij Oostkapelle bouwen en aanleggen, sedert aanzienlijk vergroot en algemeen bekend door de verzameling van Agaven, het Museum Catsianum, de rijke collectie van aquarellen en het lordlike onthaal der leden van het twaalfde taal- en letterk. congres in 1872. Hij heeft jarenlang plaatselijke, provinciale en landsbetrekkingen bekleed en steeds den hoogsten vorm vertegenwoordigd van den landedelman; hij overl. op Overduin, 1 Juli 1888.
Schr., niet in den handel gebracht, doch met milde hand verspreid: Het leven van den Pruisischen generaal en Agavenkweeker Von Jacoby, Middelb. 1874; Museum Catsianum, Utr. 1870, voor de Congres-leden van 1872 in uittreksel als herinnering aan hun bezoek. Na de milde schenking dezer eenige verzameling in 1887 aan de Mij. der Ned. Lett. werd de tweede vermeerderde uitgave andermaal als hs. gedrukt, 's-Grav. 1887. Over de beteekenis van deze collectie, die in vijftig jaar bij-eengebracht werd, zie men L.D. Petit in Leidsch Dagbl. van S Nov. '87, en een art. in Oud-Holland VII blz. 169; over den heer van Ellemeet, F. Nagtglas in Middelb. Courant 3 Juli 1888.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1889.)