[Jacob Jongeneel]
Jongeneel (Jacob), geb. te Rott. 21 Febr. 1831, student te Utrecht 13 Sept. 1852, te Leiden 29 Oct. 1856, was van 1860-'68 pred. te Hurwenen, werd toen hoogl. te Deventer tot aan de opheffing van het Athenaeum, en was sedert 29 Juli 1877 pred. te Heerlen-en-Kerkraede. Hij overl. te Utrecht 20 Maart 1887.
Hij gaf gedichten en opstellen in den Utr. studentenalm. 1854-'56, in Nederland, den Gelderschen Volksalm. enz. en schreef: De bestaande tweespalt en hare oorzaken toegelicht op last van het Utr. studenten-corps, Utr. 1855; De vogel. Natuurstudiën