Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Gaspar van der Heyden]Heyden (Gaspar van der), wordt opgegeven, als geb. te Mechelen in 1530; zijne geschiedenis is evenmin als die van zijn vriend Haemstede, z.a., in 't kort te verhalen, zoodat daarvoor eene bron als de hieronder aangewezene, moet geraadpleegd worden. Hij omhelsde de hervorming, offerde daarvoor de voorrechten zijner welvarende familie op, werd te Antwerpen schoenmaker, en weldra voorganger in de kruisgemeente, later haar leeraar. In 1559 vluchtte hij naar de Palts; daarmede beginnen zijne omzwervingen. Na den overgang van Middelburg, vestigde hij er de gemeente, ging in 1579 naar die van Antwerpen terug, vertrok later naar Frankenthal, en overl. te Bacharach, 7 Mei 1586. Hij was minder verdraagzaam dan zijne beroemde vrienden Marnix, Crusius en Haemstede. Zijne geschr. worden hier vermeld, als behoorende tot onze toenmalige letterkunde. Daartoe behooren: Catechismus ofte onderwysinghe inde Christelycke Religie, welcke inden Ghereformeerden Euang. kercken ende scholen der Ned. gheleert ende gheoeffent wert, t'Hantwerpen 1580; Cort ende claer Bewys van den Heyligen Doop, wat hy eyghentlyck sy ende wien hy toecomt, ald. 1582. In onderst. monographie komen verscheidene zijner brieven voor. (Dr. M.F. van Lennep, G. v.d. Heyden, Amst. 1884.) |
|