[Jan Frans Heylen]
Heylen (Jan Frans), in godsdienst zich noemende Adriaan, werd den 6 Aug. 1745 geb. te Noorderwijk, in de provincie Antwerpen. Na te Gheel zijne humaniteiten te hebben voltrokken, begaf hij zich in 1763 naar de Hoogeschool van Leuven, om er zijne wijsgeerige studiën te doen. Van daar ging hij naar de abdij van Tongerloo, waar hij den 9 Juli 1767 zijne kloosterbelofte aflegde en op 23 Dec. 1769 priester werd gewijd. Den 5 Maart 1776 werd hij onder-pastoor te Mechelen, in 1780 archivaris-bibliothecaris der abdij van Tongerloo en den 27 Dec. 1796 pastoor te Oolen. Daar hij den eed voor de Fransche Republiek niet wilde afleggen, moest hij het jaar na dien zijn land ontvluchten. Hij toog langs Duitschland naar Rome, alwaar hij overl. 4 Mei 1802.
Hij schreef Latijnsche werken en de Academie van België bekroonde een zijner Nederlandsche schriften, zijnde het: Antwoord op de vraegstuk: Aen te toonen de steden of andere plaetsen der Nederlanden, in de welke de respective souvereyne geld-specien hebben doen slagen gedurende de XIVe en XVe eeuwen, en vooral volgens de ordinantien geëmaneerd binnen deze twee eeuwen, of by gebrek van deze volgens andere geloofweerdige bewysstukken; aen te toonen den titel van het goud of van het zilver, het gewigt en de evaluatie van die geldspecien (binnen de Nederlanden gedurende de XIVe en de XVe eeuwen) in de nederlandsche of fransche munt onzer dagen, eyndelyk te doen kennen de plaetsen der historieschryvers en van de zelfstydsche bewysstukken, Bruss. 1787. Zijne andere werken dragen de titels: Verhandelingen over de voornaemste opkomst en voortgang der landbouw-kunst in de Kempen, bewyzende het nut en profyt daer doôr toe gebragt aen den Staet doôr de Abdyen en kloosters der gemelde landstreek, 's-Hertogenbosch 1789; Historische verhandelinge over de mildheyd, hulp, bystanden en menschlievendheyd tot de arme, vremdelingen en andere, beweezen door deabdyen en kloosters der Kempen, Lier 1790; Historische verhandelinge over de slaevernye, Lier 1790; Historische verhandelinge nopende de slaverny en de vryheydsboomen of standaerts, Lier 1790; Historische verhandelinge over den yver, waekzaemheyd en ziele-zorg der klooster-heeren in de Kempen, Lier 1790; Historische verhandelinge vertoonende de tydstippen, op dewelke de goddelyke regtveerdigheyd de Nederlanden en byzonderlyk de landstreek der Kempen, met de pest, loop, hongersnood en andere plaegen heeft bezogt, 's-Hert. 1791; Historische verhandelinge vertoonende verscheyde wyzen op de welke de kloosterlingen, naementlyk die der Kempen, zyn nut en voordeelig geweest