Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 330]
| |
Raad, in 1883 voor de derde maal Minister tot 1888. Hij schreef: Levensschets van Martinus Stuart, 1855; Levensberigt van Mr. G. de Clercq, 1858; Levensberigt van Mr. W.J.C. van Hasselt, 1863; Levensberigt van Mr. J.M. de Kempenaer, 1870, alle uitgegeven van wege de Mij. der Ned. Letterk. te Leiden. Voorts brochures en bijdragen in De Gids enz. Nog hebben wij van zijne hand: Voordragten over den eigendom van voortbrengselen van den geest, Haarl. 1856, 2e verm. uitgave, Amst. 1869 en De praktijk onzer grondwet, 2 dln., Utr. 1881; met J.C. Spakler, Handl. tot de studie der Oudheid, dl. I: Letterk. der Grieken en Romeinen, Amst. 1843. |
|