[Jan David Heemsen]
Heemsen (Jan David), te Antwerpen geb. 2 Mei 1581 en in diezelfde stad overleden 13 Dec. 1644. Hij was zoon van een bemiddeld koopman en studeerde voor geestelijke, waarna hij zich als priester vestigde in zijne geboortestad.
In 1615 maakte hij deel van de Rederijkerskamer De Olijftak en aan zijne pen is men verschuldigd: Nederduytsche Poëmata, ghedeylt in twee deelen, gheestelijcke ende wereldlijcke door J.D.H., Antw. 1619; Den Nachtegael van den heyligen Bonaventura ... overgeset wt latynschen Rhyme in Nederlantschen door J.D.H., Leuven 1621; Poëtelycke beschryving der dood van den H. Joannes Baptista, Antw. 1640; Verhael van 't lyden en dood Jesu-Christi, Antw. 1643, en een Sonnet voor de Goddelicke Lofzangen van Joost de Harduyn.