[Frans Godin]
Godin (Frans), een Brusselsch dichter, die leefde in het midden der 17e eeuw. Met zijne stad- en kunstgenooten W. van der Borcht en De Grieck deed hij ernstige pogingen, om te Brussel een Nederlandsch tooneel tot stand te brengen, terwijl hij tevens der nationale letteren luister bijzette, door het vervaardigen van leerdichten. Hij was een der vaderlandlievende schrijvers die zich duchtig verzetten tegen het indringen van den uitheemschen geest en der Fransche zeden en begrippen. Het eerst van al bediende hij zich van het beroemd geworden smaadwoord ‘Fransquillon’, geworpen naar het hoofd der vreemde snoevers en bastaard-Belgen. Hij voerde tot kenspreuk: God dienen is regeeren.
Behalve een Latijnsch werk leverde hij: De Krooningh des Keysers uytghebeelt door een bancket toe-ghericht van den Godt Apollo, waer op ghenoodicht waren verscheyden soorten van Poëten, soo Fransche, Engelsche, Sweetsche, Beyersche, Spaensche en Ungersche. Elck in 't besonder hunne meyninghe daer van verklarende. Ghecomponeert door Franc. Godin, Brussel 1648; Nieuwe Treur-spel ende vertoogh, hoe dat Lucifers ghesanten door verscheyde middelen van practyck ende kracht de verkiesinghe des nieuwen Keysers hebben willen beletten, int faveur van hun creaturen, doch te vergheefs. Met een tusschenklachte van de tegenwoordige lydende Kercke, over den onchristelyken bloedighen oorloghe der Fransoysen, die de ongheloovighe verkeerde Engelen in t' gantsche christendom soecken te planten. Dienende tot een afkeeringhe des gheloofs van Joden, Turcken, Heydenen ende van alle de nieuwe byghelooven, Luik 1658; Tyts-overschot: tracterende van de naeckte, bloote ende ongekleede Werelt, met de maete om de Werelt af te meten, oock van het waerachtigh aenstaende eynde des Werelts, met noch eenighe schoone ende krachtighe ghebeden, ghetrocken uyt het eerste boeck Genesis. Mitsgaders korte