[Willem Godschalk van Focquenbroch]
Focquenbroch (Willem Godschalk van). De gesch. van dezen poëet is zeer weinig bekend. In Febr. 1629 trouwde te Amst. een boeckhouwer, Pouwels van Fockenbroeck de jonge, omtrent 1598 te Antw. geb. en met zijn vader te Amst gevestigd; meer komt de naam Fockenborch voor, doch het Utr. album en het Amst. register der med. doctoren sluiten elk denkbeeld eener grillige naamsverandering uit. Hij werd 29 Maart 1662 te Utr. als med. stud. ingeschreven en prom. aldaar den 10 Juni van hetzelfde jaar. Zijne lezers hebben zich wel nooit verwonderd over zijn vertrek naar de kust van Guinea, in 1666, waar hij fiskaal was en natuurlijk spoedig overleed, na nog een en ander van zijne ‘geurige’ dichten vervaardigd te hebben.
Zijne verzamelde geschriften hebben eerst dezen titel: Thalia of geurige zang-godin, Amst. 1682, bevattende Typhon of Reusen-strijdt; Thalia - zijne mengeldichten, twee sangen, daarna D' Afrikaensche Thalia met vervolg -; Klucht van de Weyery, gespeeld op de bruiloft van een zijner vrienden, evenals: Klucht van de Quaksalver; Tymon van Lucianus; Aeneas van Virgilius in zijn Zondagspak, 2 boeken; Verwarde Jalouzy, blijspel naar Molière's Cocu imaginaire, 1663, 1705, 1730 en z.j., door prof. Van Helten uitgeg. in Drie kluchtspelen, Rott. 1871; Harders-Sanghen van Virgilius, tegen elkander opgezongen door J. V[laeus of Jan den Uyl, poëet, etser en waardigen vriend van ‘Fock’, die zijn huwelijk bezong] en W.v.E, Amst. 1679; De min in 't Lazarus Huys, naar Lope de Vega's Locos de Valencia, Amst. 1663, '69, '73, '79, '82. Eene andere uitgave, veel vermeerderd, ook met prozastukken, en anders geschikt, is getiteld: Alle de werken van...., uitgeg. door Abr. Bogaert 2 dln. 1696, 1709, '23, '66 en '76. In zeer veel zijner werken heeft hij Scarron gevolgd en vertaald.
(Dr. J.A. Worp, in De Gids, 1881, IV, 499).