[Ecco Epkema]
Epkema (Ecco), geb. 13 Oct. 1759 te Wirdum, was de zoon van den als een zeer kundig man bekenden hoofdonderwijzer aldaar. Hij genoot zijne verdere opleiding te Harlingen en na 1772 aan de hoogeschool te Franeker, waar hij vier jaren later in de letteren promov., werd toen praeceptor te Leeuwarden, en in 1788 rector te Dokkum. In 1789 werd hij rector te Enkhuizen, in 1803 te Hoorn en in 1813 te Middelburg. In 1830 werd hij emeritus en overl. 1 Febr. 1832 in die laatste plaats, waar zijn aandenken lang in eere gehouden werd.
Hij schr., behalve eenige Lat. gedichten en uitgaven van Lat. en Gr. schrijvers: Woordenboek op de Gedichten en verdere geschriften van Gysbert Japicx, Leeuw. 1824; Thet Friske Riim, met aanteekeningen, Leeuw. 1835.