Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 234]
| |
ningen, in welke laatste plaats hij 20 Juni 1816 overleed, na ééne maand emeritus te zijn geweest. Hij was een der werkzaamste en meest gelezene kerkelijke schrijvers van zijn tijd. Behalve een groot aantal preeken en geschriften voor godsdienstig onderwijs gaf hij uit: Gesprekken over de waarheden van den Christelijken godsdienst, 4 st., Utr. 1770; Catechismus der Heilige godgeleerdheid, Utr. 1780; Bijbelverklaring van Palestina, Utr. 1782; Historisch berigt van de leerstellingen en plegtigheden van alle de godsdiensten, die behalve de gereformeerden in ons vaderland vrijheid van godsdienstoefening hebben, Utr. 1785, 2e dr., Utr. 1812; Twee Godgeleerde en Geschiedkundige verhandelingen, Utr. 1785; Bijbelsch huisboek ter bevordering van kennis en beter gebruik der H. Schrift, Amst. 1787; Kerkelijke en wereldlijke geschiedenissen ten tijden vóór den zondvloed, Leeuw. 1791; Het godsdienstig huisgezin, in gesprekken, tot bevordering van bijbelkennis en godsvrucht, 2 dln., Utr. 1796; De geographie der H, Schrift gemakkelijk gemaakt door eene verklaring der landkaarten, ontworpen door W.A. Bachiene, Utr. 1796; Praktikale godgeleerdheid, 1e deel, Utr. 1797; Reizen door Palestina, in brieven, 2 dln., Amst. 1798; Ophelderingen van eenige stukken in den Heidelbergschen Catechismus, Amst, 1803. |
|