[Marcellus Emants]
Emants (Marcellus), geb. te Voorburg 12 Aug. 1848, doorliep den vijfjarigen cursus der Haagsche hbs., werd 29 Sept. 1868 als jur. stud. te Leiden ingeschreven en beoefent sedert de fraaie letteren in Den Haag, afgewisseld met buitenl. reizen. In 1872 was hij met F. Smit Kleine redacteur van Spar en Hulst, daarna met dezen en J. van Santen Kolff van De Banier, Haarl. 1875-'80.
Hij schreef, behalve bijdragen in Ned. Spectator, Nederland en ‘Reisschetsen,’ in Het Vaderland, afzonderlijk: Juliaan de Afvallige, drama, Haarl. 1874; Een gevangen vogel, tooneelspel; Jonge Harten, tooneelspel, 1872; Op reis door Zweden, Haarl. 1877; Monaco Drie typen geschetst, Haarl. 1878, 2e dr. 1886; Lilith, Gedicht in drie zangen, Sneek 1879, 2e dr. 1885; Een drietal novellen, Haarl. 1879; Jong Holland, oorspr. roman, 2 dln., 's-Grav. 1881; Godenschemering, Sneek 1883, 1885; Langs den Nijl. Aant. van een toerist, Haarl. 1884; Goudakker's illusiën, Haarl. 1885; Uit Spanje, schetsen, 's Gravenh. 1886; Adolf van Gelder, drama, 's-Grav. 1887.