[August Josef Cosijn]
Cosijn (August Josef), geb. 11 Nov. 1844 te Zomergem bij Gent, was achtereenvolgens onderwijzer in bijzondere scholen te Brussel en te Gent, dan aan het Sint Ignatiusgesticht der paters Jezuïeten te Antwerpen, waar hij daarna studiemeester werd aan het Hooger Handelsgesticht. Ten jare 1870 stichtte hij het tijdschrift De Vlaamsche Kunstbode, dat hij bestierde tot aan zijn afsterven, 6 Juli 1881.
Hij schr.: Drie Vriendinnen, Gent 1870, novelle uitgegeven met een verhaal van luitenant V. van de Weghe, onder den gemeenschappelijken titel: Twee novellen; Over Zetternam als volksschrijver, in het Jaarboek van het Willemsfonds, 1870; Over volksrecht en volksplicht, id. 1871; De Slag der Gulden Sporen, historisch gedicht, bekroond door de Leuvensche Rederijkerskamer Het Kersouwken, 1871; Frans Ackerman, lierzang, bekroond te Roeselare, verschenen in het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje te Gent 1871.