Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 172]
| |
tooneelgezelschap benoemd, bezocht hij vooral 's-Hage, Leiden en Rott. In 1776 werd hij directeur van den Rotterd. schouwburg. Hij overleed in 1793. Hij schr.: Compliment uitgegeven na het vertonen van Hypermnestra van A. Adriaansz., Amst. 1762; Tartuffe of de Huichelaar, waarschijnlijk door Bruno Zweerts vertaald, doch door Corver omgewerkt, 1777; De jonge Indiaane, blijspel gevolgd naar het Fr. van de Chamfort, 's-Hage; Tooneelaanteek. vervat in een omstandigen Brief aan den schrijver van het Leven van Jan Punt. geplaatst in Het Leven van eenige beroemde Nederl. Mannen en Vrouwen, tot opheldering van verscheiden zaken daarin vervat, en mistastingen, Leid. 1786; Iets voor Oom en Neef, behelzende een antwoord op de 4 samenspraken tusschen Oom en Neef, door Simon Stijl tegen de Tooneel-Aanteekeningen geschreven, 's-Hage 1787, Zijn zoon Gerrit was, hoewel eenigszins mismaakt, een verdienstelijk tooneelspeler en vertaalde u.h. Fr. het tooneelstuk: Raad als gij kunt, Rott. z.j. |
|