[Francis Allan]
Allan (Francis), geb. te Helvoort, 12 Oct. 1826, waar zijn vader onderwijzer was, werd opgeleid voor de zeevaart en voer eenige jaren ter zee, doch door den dood zijns vaders, veranderde hij, ter wille van zijne moeder, van loopbaan en werd onderwijzer. Na van 1850 als hoofd der school en onderw. in de zeevaartkunde op Marken werkzaam te zijn geweest, werd A. in 1863 leeraar aan de R. Kweeksch. v.O. te Haarlem, waar hij nog als zoodanig werkzaam is.
Behalve eenige lees- en leerboeken, o.a. over O.-Indië, gaf hij Beschrijvingen van deeilanden Marken, Amst. 1853, Texel, Amst. 1856, Vlieland, Amst. 1857 en Schiermonnikoog, Amst. 1856 Urk, Amst. 1857 en Ameland, Amst. 1857. Voorts, eene zeer uitgewerkte Aardrijkskunde van Oost-Indië Sneek 1871 benevens de volgende stedebeschrijvingen: Utrecht, Amst. 1856 en Enkhuizen, Schagerburg 1856, Edam, Ed. 1857 en 's-Gravenhage, Amst. 1857. Sedert 1868 houdt A. zich, met medewerking van de hh. mr. A.J. Enschedé, dr. C. Ekama, H. Gerlings Cz. en C.J. Gonnet, bezig met eene Geschiedenis en Beschrijving van Haarlem, van welk standaardwerk aldaar sedert 1871 bereids drie deelen verschenen. Het vierde en laatste deel zal waarschijnlijk in den loop van 1888 compleet zijn. Nog verschenen van A.'s hand: Zeeman-Schoolmeester (waarvan in Duitschland een derde druk verscheen), Amst. 1858; Uit het leven, drie oorspronkelijke novellen, Wageningen 1859; en Bad-Zandvoort, Haarlem, 1881; Stijloefeningen, Amst. 1870. - Ook als cartograaf deed A. zich kennen. De volgende Wandkaarten zijn van hem bekend: die van Europa, van den Indischen Archipel, van Java, van den alouden toestand van Neerlands bodem en wateren; lei-atlas; plakkaarten van de Nederlandsche provinciën, benevens oorlogskaart van het Balkan-Schiereiland.
F.A.