[Cornelis van Alkemade]
Alkemade (Cornelis van), geb. te Noordwijk, 11 Mei 1654, op velerlei wijzen tot het Remonstr. leeraarschap voorbereid en als stud. 24 Febr. 1672 te Leiden ingeschreven, werd daar 1677 notaris, huwde Elisabeth, dr. van den nots. Nic. Paats, wiens opvolger hij 1680 werd. Als weduwnaar tr. hij 1682 Johanna de Riemer, tante van den Haagschen stadsbeschrijver, oefende zich in 't landmeten en leerde zoo de oude abdijen, kloosters en adell. huizingen kennen, welker bescheiden hij bijeenbracht, afschreef, en soms in hs. tot een beschr. verwerkte. Door de drukte van zijn notariaat in deze liefhebberij beperkt, nam hij in 1687 eene betrekking van zijn zwager bij de admiraliteit te Rott. over, en zette zijne studiën en verzamelingen voort met Mr. P. van der Schelling, die zijne dochter Alida getr. had, en overl. te Rott. 12 Mei 1737. Zijn schoonzoon kon zijne taak nog eenige jaren voortzetten; beider verzameling, door den wil der erflaters lang bewaard, is eerst Januari 1848 te Amst. verkocht.
Van A. alleen werd gedrukt: Behandeling van 't kamprecht, 1699 en 1700, 3e dr. door V.d. Sch. verm. 1740; een derde uitg. van Melis Stoke, 1699; De Munt der Graven van Holland, 1700; Ceremoniëel der Begravenissen, 1713; Jonker Fransen oorlog, 1725; met V.d. Schelling: Beschr. van Briele en Voorne, 1729, en Ned. Displegtigheden. 3 dln. 1732-'34; terwijl beiden veel bijdroegen tot de 3e uitg. der Katwijksche Oudh. van A. Pars, 1745.