Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] A decent burial De nacht, het uur der wildernis breekt aan, oerbos ontwaakt in een nerveus geraas van muggen, kevers en vleermuizen die door het gezoem triangeltonen slaan. Schaduwen van hyena's rond het kamp, de brulkikvorsen loeien in 't moeras, geschrei van vogels, op de achtergrond het monotoon geroep van de tam-tam. Een klamme angst stijgt naar de hete keel. Damp, schimmelig, vervaagt de laatste grens, de blanke huid wordt langzaam tot een spons. A decent burial onze hoogste wens. Hoe koel vaart deze nacht de schelp der maan; de aarde is één zwart en drassig gat. Een witte hand tast stil de hemel af, onhaalbaar licht der onontdekte stad. Vorige Volgende