Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] De reizende Eerst zal het zijn als in een regenwoud, nog niet volkomen stil, je hoort het water ritselen in ravijnen achter sluiers van bleekgroen baardmos en de zoete adem der varens nestelt in je haar. Dan ga je stiller door onder een boog van gothisch bos, kreken en vogels zwijgen; daar leidt je uit het aderwerk van twijgen de hand van de savanne naar omhoog tot bij het witte van het bergplateau. Je ziet niet om je bent zelf stilte, vouwen van blauwe plooien mantelen om je heen. Ver weg schreien nog stortbeken adieu; je weet het niet, je bent in alles een. Vorige Volgende