Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] Nachten Vannacht zullen de zwarte wolhaardieren weer komen door de tunnels van de nacht, de kruipende angoramannen; wacht van reuzenberen aan een woud van wieren die mij tot stikkens toe zullen omhelzen en om mijn keel groeien tot prikkeldraad. Ik zal de koperkleurige kapellen zien dansen van vervolgingswaan en haat. Vijftien jaar later sterf ik in het kamp. En hij en hij, ik ken nog alle namen, en jij en jij, wij zijn vannacht weer samen tussen de doden in de paja-damp. Vannacht komen hun gele folterhanden, de doodshoofdvlinder zet zich in mijn haar. Morgen is morgen, maar de oude schande houdt ons gevangenen voor duizend jaar. Vorige Volgende