Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] Naamloos Namen gaf ik de maan, de zon en de sterrebeelden, ik benoemde de kleinste planeet, ik zette de hemel in kaart. Nu dwalende door het heelal in de zwijgende ruimte verloren, is daar geen naam die beklijft, geen beeld om mij toe te horen. Zelf naamloos geworden reis ik door naamloze heerschappijen, ik zoek naar de laatste naam maar het naamloze blijft uitdijen. Dit is misschien het geheim: dat het naamloze zal gaan leven als de enige ware naam, zo ik zelf ben ontheven. Vorige Volgende