Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Prapat De atmosfeer is als het teerste glas; tussen de bergen paarsgrijs neergestreken en oevers onder golvend-groene deken het meer: voor duizendjaar en gistren pas. Het ruikt naar lente en witstromend water, de dorpen luisteren in het ravijn; aandachtig neergehurkte kampongs zijn zo stil als waren zij voor goed verlaten. Hier kan men altijd wel gelukkig wezen, het meer wat laten glijden langs zijn huid, gedichten schrijven, van zijn hart genezen, vis worden, golf en watervalgeluid. Een prauw steekt af. Wij blijven aan de kant liever door onze oogharen staan staren. Hoe ver en feestelijk de prauwen varen, achter dit paradijs is nooit meer land. Vorige Volgende