Een streep door de zon(1960)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Alweer Wij staan om een kist in de zon; die is dood. Voor de zoveelste maal. Wéér een plaats in de propvolle hong en het dysenterie-hospitaal. Een zendeling spreekt over God; hij ziet bleek, hij is ook al wat ziek. Jesaja, en gedenkt toch uw lot. En wij: met de geijkte mimiek. Wij dragen hem buiten het kamp (hij is zwaar van het honger-oedeem); het moeras hult ons kil in zijn damp. Hij zakt stil in het sponzige veen. Wij planten een kruis op zijn graf. Men hoort niets dan het doffe geplons van de goddoks. Wij gaan. Men kijkt laf nog een keer achterom: wie van ons? Vorige Volgende