Een streep door de zon(1960)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] De jongen Hij was zo klein en teer, zijn ogen bloeiden als verbaasde bloemen, zijn haar ving zonnespeer aan zonnespeer om smalgelijnd zo licht bevreesd gelaat; dat heel de wereld een zoet wonder zij waar hij ook gaat. Hij is in een gebogen grauwe stoet mee naar het concentratiekamp gegaan. Steen brandde onder zijn verscheurde voet. De bloemen zijn verwelkt onder het gaan. Vorige Volgende