roept hela... wat moet dat... speelt de held of laat zichzelf erbij afranselen, in beiden steekt evenveel hulp. Maar dat is mij allemaal te gewoon en een zonde tegen het leven. Ik liet hen worstelen, ik passeerde hen genietend van het landschap. De vrouw begon te schreeuwen toen ze mij in het oog kreeg, maar ik kuierde rustig verder terwijl mijn hoofd gretig het gebodene verteerde. Denk eens aan wat er in die vrouw moet zijn omgegaan... van mij kreeg ze er een onovertroffen pak slaag bij... Ze krijste het uit... een groot gebeuren.’
‘Misschien was zij zwanger van een ander’ zei Vogelaar ‘ze was zwanger, waarom dan niet van een ander.’
‘Maar misschien voelde die man zich, net zoals ik, sterk aangetrokken tot zwangere vrouwen en had hij haar op dat pad oneerbare voorstellen gedaan’ bedacht de dikke man met sterk bewegende handen.
‘Of die vrouw, gebukt onder de schuld deze aardkloot nóg meer te bevolken had aan haar wettige echtgenoot om een tuchtiging gevraagd’ zei Vogelaar.
‘Zwanger’ zuchtte de oude ‘een verheven maar onder banaliteiten bedolven verschijnsel; moedermelk, koerende vrouwen, flesjes, truitjes, pruimemoes voor het hoopje ...Die man deed tenminste wat, de vrouw schreeuwde, ik wandelde en samen zetten wij een zwangere op het bospad. Ik genoot... men wordt ouder, men moet ook slimmer worden wil de wereld niet ontsnappen.’
‘Misschien was het gewoon een echtelijk ruzie’ opperde Vogelaar ‘omdat ze zich allebei te pletter verveelden.’ De oude heer schudde droef het hoofd ‘bij u zou het niet