Het schoonste land ter wereld
(1987)–Renaat Braem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 201]
| |
[pagina 203]
| |
Er moet uit het overzicht van een actief leven toch een besluit te trekken zijn. Ik noem dat een algemene lijn, verwijzend naar de film De algemene lijn van Eisenstein. Die conclusie moet rekenschap geven waarvoor men geleefd heeft en waar men naartoe wil. Het nooit vergeten doel in mijn doen en laten als architect was het verwezenlijken, in welke graad ook, van het schoonste land ter wereld, als tegenstelling tot een verschrikkelijke toestand: het lelijkste land ter wereld, waarin wij helaas moeten leven. Die algemene lijn loopt vanzelfsprekend naar bevrijding toe, want wat doet men anders zijn leven lang, dan trachten zich te bevrijden? Zich bevrijden van de lelijkheid, die de totaliteit uitdrukt van het huidig ecologisch en sociaal milieu. Daartegen heb ik mijn hele leven gevochten. De resultante is een niet zo omvangrijk oeuvre, in strijd geboren, en verwezenlijkt in een voortdurende zoektocht naar bevrijding, individueel en sociaal. De absolute bevrijding kan er echter slechts komen door een grondige revolutie. Ogenschijnlijk is van zo'n revolutie niets te bespeuren en maakt ze geen enkele kans. Triste misère? Windstilte? Welneen, de grote revolutie is volop bezig! Ze is volop bezig! De zaak speelt zich af op een ander plan, maar toch laat ik me ertoe verleiden de vergelijking te maken met 1917. De macht werd toen gegrepen door een minderheid van Bolsjeviki, terwijl een groot deel van de inwoners van Petrograd niet besefte wat er gaande was; de theaters speelden zoals gewoonlijk, de trams reden, de koetsiers wachtten op hun klanten. Dat is prima beschreven in het boek van John Reed: Tien dagen die de wereld deden beven. De vergelijking loopt mank in zoverre er vandaag geen sprake is van overname van de macht door de bedrogen en uitgebuite massa. De financiële dictatuur zit stevig in het zadel. Het geconditioneerde volk geniet van brood en spelen, t.v. en bungalow, en rijdt 's zondags van nergens naar nergens met zijn autootje. Maar er gebeurt wat anders, en dat is ook een overname van de macht. Iets dat te vergelijken is met de grote omwenteling in de geest die begon met de renaissance en zijn beslag kreeg met de grote Franse burgerlijke revolutie van 1789! Er ontstaat een nieuwe wereld die ons verplicht tot een nieuwe wereldbeschouwing. En dat staat in scherpe tegenstelling tot de hele retrogeest van dit ogenblik, een geestelijke inzinking die niet meer is dan de angst voor het nieuwe dat steeds meer gebieden van menselijk handelen en denken gaat beheersen. De angst ook van de heersende machten die zich maar al te sterk bewust zijn van de implicaties van dit nieuwe, dat de | |
[pagina 204]
| |
[pagina 205]
| |
grond onder hun voeten doet daveren. Die implicaties zijn onoverzichtelijk. Wat brengen ons de biotechniek, de manipulaties met de kernenergie, de automatisering van de produktie, de overwinning van tijd en ruimte? Stoor een mierenhoop en de geconditioneerde diertjes beginnen ogenblikkelijk de oude toestand te herstellen. Bekijk de door eeuwen gegroeide en nu catastrofaal gestoorde stad. Een aantal goedwillende urbanisten en sociologen staan nochtans klaar om te bewijzen dat die oude stad de goede was en dat de in de hoofden van de bewoners vastgeroeste schema's over hoe een stad er moet uitzien, de goede schema's zijn, in harmonie met de ware behoeften van individu en gemeenschap. Dus, laat alles zoals het was, leve de oude stad! Zo is het met het geheel van denk- en arbeidstechnieken waarmee we ons in de natuur staande houden. We zijn verstikt onder de loden mantel van het verleden. Vernieuwers zijn niet welkom, vooral niet in kringen van mensen die een zgn. wetenschap cultiveren gebaseerd op het bestaande en die als normatief voor de toekomst willen doen doorgaan: sociologen, biologen, psychologen en andere bureaucraten van de wetenschap. We moeten ons in de eerste plaats ontdoen van alle vormen van versteend denken, van bureaucratie, de reglementen en normen die het leven aan banden leggen en een vrije ontwikkeling beletten. Een wetenschap gebonden aan het verleden is zeer gevaarlijk. Een stedebouw gebonden aan het verleden is geen stedebouw. Daarom zijn scholen ook zo schadelijk inzover ze de ideeën van voorgaande generaties proberen te bestendigen in de hoofden van de jeugd. Er zal niet veel veranderen zolang men niet algemeen aanvaardt dat wetenschap en kunst geen ander doel hebben dan nieuwe levensmogelijkheden te openen. Ik verwerp dus met de grootste energie ieder retroverschijnsel. Sterft gij oude vormen en gedachten, slaafgeborenen, ontwaakt, ontwaakt. Zoals tijdens de renaissance ontstaat er een nieuwe wereld. De aarde werd toen ineens een bol, de wereld werd groter en kenbaar, men kon errond varen, men vernam dat er volkeren waren met heel andere goden. Men wilde ineens alles zelf weten en verwierp alle opgelegde dogma's. Een totaal nieuw wereldbeeld ontstond, de inquisitie heeft het niet kunnen beletten. Hetzelfde gebeurt nu, en het nieuwe fascisme zal het ook niet kunnen beletten. De wereld wordt nog groter voor iedereen. De eerste mens zet een voet op de maan en iedereen heeft het meegemaakt voor de t.v. We zenden apparaten naar Venus, Jupiter, en ontvangen duidelijke beelden van werel- | |
[pagina 206]
| |
den in wording. Daardoor krijgen we een andere visie op de aarde zelf, de behoefte ontwaakt om deze aarde wat beter in te richten, de dingen te zien in wording! De Russen en Chinezen zijn duizenden hectaren bos aan het planten om de grote woestijnen in te dijken. Er worden maatregelen genomen om de zee en de rivieren te saneren. In de Theems is er opnieuw vis, in de Moskwa kan men weer zwemmen. Dank zij talloze actiegroepen begint men het natuurlijke milieu te herstellen, zelfs in België, ondanks bouwpromotors en corrupte politici. Er ontstaat een ander schaalgevoel, volstrekt anders dan de kleinmenselijke schaal van de schilderachtige, donkere, vochtige spleten in de middeleeuwse stenen stadskoek. De techniek wordt een hanteerbaar werktuig dat grootschalige vernieuwingen zal mogelijk maken, een nieuwe stedebouwkundige visie en een volstrekt nieuwe bouwkunst. De schaal van de wereld wijzigt, ook naar het kleine toe. We krijgen macht over het atoom, een onuitputtelijke bron van energie die, eenmaal bemeesterd, alle vuile industrieën kan uitschakelen. Het atoom bemeesteren kan, vanaf het ogenblik dat de multinationals er met hun poten kunnen worden afgehouden. De aarde en haar grondstoffen moeten eigendom zijn van alle aardbewoners, niet van enkele. Filosofisch wordt ieder dualisme in de wereld absurd en dus ook de overgebleven religies. De tweespalt tussen god en wereld, lichaam en geest, mens en wereld, mens en milieu wordt steeds onaanvaardbaarder, wat de verschillende kerken, de bureaucraten van de geest, ook uitspoken om hun wankele organisaties staande te houden. M.i. wordt een nieuwe religie geboren, zonder god, in het besef van de onverbreekbare eenheid van al het bestaande, waarin de mens als bewust bestanddeel zichzelf een verantwoordelijkheid en een taak geeft. Wat kan die taak zijn? De algemene lijn? M.i. is die taak het organiseren van een totale levensruimte gericht op bevrijding, de maximale ontwikkeling van de mogelijkheden die in ieder individu in een harmonische gemeenschap schuilen. Al wat dood en verstarrend is, maken we onschadelijk, iedere zwarte, rode of blauwe bureaucratie mijden we als de pest. We organiseren de gemeenschap in autogestionaire groepen, waarin de eigendom van produktiemiddelen en grond uitgeschakeld is. Het scheppen van kunst wordt een voortdurend ontzaglijk vuurwerk van vreugde! Welnu, wat geeft dit alles te zamen? Niet meer en niet minder dan een totale architectuur. Want architectuur is het organiseren van het leef- | |
[pagina 207]
| |
milieu ter bevrijding van de mens. Architectuur is de kunstmodaliteit die het leven in zijn volle omgeving tot materiaal heeft, architectuur omvat het geheel van alle menselijke functies, is er het resultaat van en reageert erop. Dit is geen pleidooi voor een dictatuur van de architecten. Architecten en in feite alle kunstenaars zijn media van de gemeenschap. Zij moeten ruimten verwezenlijken voor een complete mens, in voortdurend akkoord met de leden van die gemeenschap. Wij zijn media én motoren. Wij moeten bouwen omdat wij specialisten zijn, maar we bouwen niet voor onszelf, maar voor individuen en groepen die hun wensen formuleren. Er is een schitterende toekomst voor de bouw-kunst. Indien een nieuwe levensbeschouwing ontstaat - ze is er al voor wie zien kan - zal ook de angst voor het nieuwe plaats maken voor het enthousiasme voor het creatieve en daarop moeten de kunstenaars steunen om nieuwe levensvormen te scheppen die iets zullen uitdrukken van een vreugdevol bewustzijn van te bestaan, te leren, te bouwen aan iets nooit geziens. We moeten bouwen aan een optimistische kunst, de vreugde uitdrukken een bewust deeltje van het heelal te vormen, op een geprivilegieerde planeet, de vreugde iets te leveren aan de anderen dat ze zelf niet kunnen maken. M.i. liggen de zaken zo dat de nieuwe krachten die uit de technologie en de wetenschap gesproten zijn niet anders kunnen dan een omwenteling van het denken en het sociale handelen veroorzaken. Het verleden bewijst dat ook: denk even aan de 35-urenweek. Ze zal het resultaat zijn van een sociale strijd, maar wordt tevens opgelegd door de aard en de organisatie van de arbeid. Aldus gaat het in alle takken van menselijke bedrijvigheid: een onontkoombare lijn naar een socialistische gemeenschap, anders kan ik het niet noemen, wat anders kan ik niet verwachten. Het nieuwe levens- en wereldbeeld tekent zich stilaan ordelijker af. De belachelijkheid van de versleten retro-ideologie wordt vanzelfsprekend, en de pilaren die ze schragen worden bouwvallig: de strijd om macht voor eten en seks, het zondebegrip in de liefde, het dualisme als geestelijk splijtelement, het eigendomsbegrip gekoppeld aan macht. Wij bereiken nu een tweede trap van menswording, deze waarop ieder deel heeft aan de organisatie van de toekomst, er mede verantwoordelijk voor is en medecreatief wordt. Ook urbanisten en architecten moeten een aantal oude begrippen overboord zetten! We moeten komaf maken met de stad als koopwaar, de | |
[pagina 208]
| |
‘Droomhuis in de Andes’ (1985)
‘Een droomhuis in de duinen tussen Wenduine en De Haan’ (1985)
| |
[pagina 209]
| |
ruimte als koopwaar, de woning als koopwaar, de straat als strijdtoneel tussen verkopers en kopers. Er is geen stedebouw mogelijk als de grond en de middelen tot bouwen privé-eigendom zijn. We moeten ook komaf maken met de oude radioconcentrische stad, want dat is de stad van de slavernij. In het midden de macht en de symbolen van de macht, de beurs, de banken, de warenhuizen, de administraties, daaromheen de loonslaven, en in het groen daar weer rond de heren en hun kaders. Deze stad is versleten en is schadelijk geworden, het is een slagveld, een gevangenis, een kerkhof. Ze is ziek, want ze functioneert niet meer, zoals ze dat in de middeleeuwen en de pre-kapitalistische periode wel deed. Denken we aan het schema van Patrick Geddes: eerst is er de zieke stad, Patholopolis, vervolgens de stad met een groot deel niet-werkenden en steuntrekkers, Parasitopolis, dan komt de stad met slimme, corrupte politici aan het hoofd, Tiranopolis, en ten slotte duiken de fatale conflicten op in Necropolis. Dat is zo gebeurd met de Romeinse, Indische en Chinese steden, dat wij diezelfde weg op gaan is niet denkbeeldig. Van het liberaal-fascisme naar de atoombom is de weg zeer kort. Wij beleven een ogenblik van keuze tussen oneindige weelde of oneindige ellende. Ik zelf ben optimist, ik geloof in de komst van de stad van de mensheid op mars. Een stad van de vrije beweging met lineair geschikte centra die steeds zullen veranderen, evolueren, zich verplaatsen. Weg met het unieke, versteende centrum, want we wensen geen unieke centrale macht meer! De nieuwe stad zal een voortdurend wijzigend plastisch spektakel vormen vol daverende creativiteit in een poëtische ruimte. Ik beweer dat dit alles op komst is en hoop dat les nouveaux philosophes en dit hele pessimistische zootje pseudosociologen onder hun zwarte gedachten versmacht worden. Dit is een van onze taken: het onkruid wieden, de geesten openen voor het nieuwe dat onafwendbaar is! Intussen lijkt mij de tijd gekomen van de utopie. De utopie van gisteren wordt vandaag verwezenlijkt, de utopie van vandaag, morgen. Goed, maar de nieuwe denkmodellen waarop de realiteit zich zal richten, moeten er zijn. Onze taak is er dus een van zoeken en experimenteren. De schilders en beeldhouwers moeten samenwerken met de architecten om de geboorte te vergemakkelijken van een nieuwe kunst die het leven moet doorzinderen. Plastische vrijheden zijn nu verworven: het kubisme deed ons het geometrische wezen van de opbouw van de werkelijkheid beseffen, het purisme gaf ons de zin voor synthese en beheersing van de middelen, het constructivisme de vreugde om de mooie construc- | |
[pagina 210]
| |
tie, het surrealisme de erkenning van het innerlijke landschap, het expressionisme de vrijheid om de vorm naar onze emotie te plooien, de abstracte kunst de beheersing van de plastische middelen, de actionpainting de weg van de spontaneïteit. Al deze ismen zijn m.i. ontdekkingen van de spraakleer waarmee we nu iets nieuws moeten uitdrukken. Ik ben van Mexico teruggekomen met een grote eerbied voor het werk van de muralisten aldaar, Siqueros, Rivera, Orozco. Met de legers opstandige boeren trokken zij destijds mee op in hun in vuur en vlam staand Mexico. Ze verwisselden soms het penseel met het geweer. Siqueros was commandant van de tanks in het Spanje van 1936-1937 en bracht in zijn land bijna evenveel tijd door in de gevangenis als in zijn atelier en schilderde er op de muren! Die muren staan daar nu als vlammende manifesten, niet verfijnd, niet smaakvol, niet decoratief, maar stormachtig en schokkend. Laten we in het Centro Cultural Siqueros en vóór Guernica moed gaan scheppen, laten we de deuren van de nieuwe tijd instampen in ons eigen hoofd. Wat nodig is, is het besef van de geweldige, onmetelijke mogelijkheden, het besef dat de signalen hoorbaar zijn van wat komt in wetenschap en techniek, maar vooral in de nieuwe totale, allesomvattende kunst. Die signalen zijn hoor- en zichtbaar in het werk van Le Corbusier, Léger, Picasso, Matta, Diego Rivera, Pablo Neruda, Asturias, Che Guevara, Allende, Béjart, Theodorakis, Xenakis, Candilis, Márquez en nog vele anderen. Als deze signalen in onze hoofden blijven voortklinken, komt de rest ook, nieuwe bloemen, nieuw gezang, een nieuwe wereld! En nog eens: alle macht aan de verbeelding, want de verbeelding wordt werkelijkheid als de utopie eindelijk de massa's bezielt. Dan beginnen we te bouwen aan het schoonste land ter wereld. |
|