den, langs enkele gekonditioneerde reflexen naar de gewenste, voor de slimmeriken produktieve aktiviteiten, inclusief de kollektieve zelfmoord voor volkomen inhoudloos geworden principes: ‘vrijheid’, ‘vrije’ wereld, ‘kristelijke’ beschaving, de ziel van het kind, ‘demokratie’, ‘Let vaderland’, la Belgique, Europa, enzomeer kon africhten en die men intussen verleidt om te verbruiken, steeds meer te verbruiken.
Voor wie de ogen wil openen als homo sapiens, is het zeker dat wij leven te midden van een monsterachtig bedrog, waarvan het grootste aantal van onze medemensen het bestaan zelfs niet kan vermoeden, omdat zij naar geest en lichaam, naar innerlijke en uiterlijke denksfeer volkomen gekonditioneerd zijn.
Indien wij eruit willen, is het omdat we ergens diep in ons, los van de krantenpraat, los van het normale pruttelen over ‘ze’, - de naamloze machthebbers die immers alles verkeerd doen, de administratie, de gemeenteraadsleden, de provincieraadsleden, de kamerleden, de senatoren, de ministers, de ‘stedebouw’ - een fundamentele afscheuring gewaarworden met het levenskader waarin we onze dagen en nachten doorbrengen, het leven zelf dat we normaal dienen te leven, met zijn voortdurend kompromis tussen wat goed en wat passend is, wat goed en wat mogelijk is, wat goed en wat ‘fatsoenlijk’ is.
We zijn gekonditioneerd, maar af en toe weten we ervan en dit schept een voortdurend onbehagen met onze levenskonditie en een telkens weer moeilijker onderdrukte wil tot -weerstand of wens tot vlucht.
Waar onze vaderen in de 19e eeuw toevlucht zochten in de borrel, ontsnappen we thans naar landen waar de zon schijnt, waar we nog kontakt hebben met primaire, ongeschonden natuur, waar we nog bewegen kunnen zonder gevaar voor konflikt met een agressief levenskader van bakstenen en auto's.
Toch gaat het om veel meer dan los willen uit de