Middeleeuwse witte en zwarte magie in het Nederlands taalgebied
(1997)–Willy L. Braekman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina V]
| |
Woord voorafSinds enkele tientallen jaren beschikken we voor de Nederlandse incantatieteksten over een uitstekende synthese van de hand van J. Van Haver. In 1964 verscheen zijn Nederlandse incantatieliteratuur, waarin hij alle hem bekende, tot dan toe in boek of tijdschrift gepubliceerde incantatieteksten samenbracht, ordende en van commentaar voorzagGa naar voetnoot1.
Deze door de Koninklijke Academie (toen nog Koninklijke Vlaamse Academie) te Gent bekroonde en gepubliceerde studie omvat dus niet die magische teksten die ‘of nog in handschriften verborgen bleven of tot op heden in de volksmond voortleven’. Het systematisch opsporen daarvan - zo schreef hij - veronderstelt immers ‘een arbeid van vele jaren’ (p. 28).
Na meer dan dertig jaar intens speurwerk wordt hier een grotendeels op onuitgegeven materiaal steunend, gecommentarieerd compendium gebracht. Alle mij bekende, Nederlandse incantamenta zijn opgenomen, alsook die Latijnse welke voorkomen in handschriften en drukwerken tot het einde van de zestiende eeuw die uit het Nederlands taalgebied afkomstig zijn.
Het spreekt vanzelf dat een project van deze omvang niet tot stand kon komen zonder de medewerking van velen, te talrijk om ze hier allen te vermelden. Aan hen ben ik diepe en blijvende dank verschuldigd.
Twee personen wil ik echter heel in het bijzonder danken: mijn dierbare echtgenote die het hele werk kritisch heeft nagelezen en mijn dochter Martine, wiens logistieke steun en onvermoeibare inzet dit werk zeer ten goede zijn gekomen. |
|