Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] Het einde der wereld Den burgers vliegt van 't spitse hoofd de hoed. In alle luchten galmt het als een schreien. Leidekkers storten neder op de keien, en aan de kusten - leest men - stijgt de vloed. De wilde zeeën springen op het land. De dijken wijken met gebroken ruggen. Men niest en neemt de zakdoeken ter hand. Sporen en banen vallen van de bruggen. Jakob van Hoddis Vorige Volgende