Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Slotzang voor Jacques Bloem en Jany Roland Holst Wanneer wij rustig bij elkander zaten in de een of andre Amsterdamse kroeg, wisten wij eigenlijk niet meer te praten dan wat de dagelijkse dag ons vroeg. Want, waar de één de late lucht gelaten, de ander slechts de wilde meeuwen droeg, schiepen drie zielen tijdens de hiaten het zingend lied, en dat was ruim genoeg. Deel, dichters, mee in deze kleine vreugde, die ik in het hervondene hervind: De grote ondeugd onder alle deugden wordt door de kleine deugd oprecht bemind. En alles wat mij uit mijn dromen heugde, zegt zij mij teder toe: man, minnaar, kind. Vorige Volgende