Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] Herfstnacht in de Tuilerieën Alle banken hebben hun gelieven aan de moede scheemring toevertrouwd. En zij huivren diep in eigen hout sinds de minnenden zich stil verhieven. Nacht en regen. Soms een roep door 't woud van een duif en het onhoorbaar klieven van het duister, dat zich slapend houdt om de laatste liefde te gerieven. Verder niets. De nacht en ik alleen, eenzaam wandlend aan de rand der tijden, zó verheugd en zó bedroefd meteen om mijn voeten, die een afscheid schrijden... En de zachte regen om mij heen of er iemand ingehouden schreide... Vorige Volgende