Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Nu ik dit biecht... Nu ik dit biecht voor uw verblinde ogen en opzie naar het toornig firmament, weet, dat ik leef, en zónder mededogen, en tóch dit hart nog niet heb afgewend. Zo zijn mijn blikken rossig overtogen van haat voor hem die naar de afgrond rent, die nederzinkt in eigen onvermogen en, stortend, nóg eens anders sterkte schendt. Aldus heb ik mijn eigen kracht beleden en strek mijn lijf onder de stenen brug en sterk mij aan de haat der wereldsteden en staal mijn droom en staal mijn harde rug, zoals dit stééds verworpelingen deden... Van de eenzaamheid bestaat géén weg terug. Vorige Volgende