Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Heer, zó opstandig... Heer, zó opstandig en recalcitrant zult gij er weinig in uw hof ontmoeten. Als kind vertikte ik aan vaders hand diens principalen met de pet te groeten. Tóch breekt allengs mijn kleine tegenstand. Ik voel uw hand diep in mijn wezen wroeten, al vliegt de vogel van mijn klein verstand brutaal omhoog waar hij alleen mag boeten. Al gloeit mijn lichaam in uw hevig branden, al werd mijn hart een uurwerk zonder tijd, ik blíjf de mus, die naar uw nagelranden en naar de kruimels en de keutels bijt, want gij zijt groot, ík ben uw kleine schande... Heer, sta mij toe, dat ik uw hand beschijt. Vorige Volgende