Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Oorlogsweduwe Zij zet haar hoed op, maar waar zal zij heen? Zij ziet ineens haar vijfenveertig jaren en heeft ze nooit zo leeg en zwaar ervaren als nú in deze spiegel hier... alleen. Hoog staat zij in de stilte, en, als steen, staat ook het licht er, en het wil niet klaren. En in de spiegel, boven haar gebaren, rijst stom en zwart de hoed... Waar zal zij heen? Haar blik glijdt over het gebloemde trijp en rust verstrooid op vaders koude pijp: er is geen smart; er is alleen maar geeuwen. Zij staat daar leeg, té leeg zelfs om te schreeuwen, een overschot uit de gestorven eeuwen, één, voor de nieuwe liefde nog niet rijp. Vorige Volgende