Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Jonge weduwe Nóg is haar glimlach ingetogen, maar aan de mouw van 't zwarte kleed bezweert, door heur gebaar bewogen, de kanten lub geleden leed. O smeulend vuur in deze ogen, was 't ooit de droefheid die zo schreed: het bekken om de vrucht gebogen; de boezem voor de dronk gereed? Nóg is haar glimlach ingetogen, maar in de plooi van deze rouw, de kanten lubben aan de mouw, schrijdt, bekken om de vrucht gebogen; schrijdt, wiegende ter heup bewogen, het goddelijke wonder Vrouw. Vorige Volgende