Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Het grote rijpen Zelfs in haar dromen voelt zij om haar dijen de hete klimtast van de lustlianen; het dek omhelst haar met zijn vlezen banen en kwelt haar lijf onder ál driester vlijen. Over het park weet zij 't onzeker glijen van de misvormde, uiteengevloeide manen en ziet de popels van de wulpse lanen in 't zwoele nachtlijf zwellen en gedijen. Vaak springt zij op en schudt de hete vracht van hare schouders. 't Stalen raam losrukkend, voelt zij de speelse omhelzing van de wind. Dan roept haar zieke, koortsig, bang - een kind -, en, levensgroot over zijn lijden bukkend, rijpt zij opnieuw tot moeder in de nacht. Vorige Volgende