uit van een collectiviteit. Geen massa-psychose, geen bruine,
zwarte en gouden hemden, die de bijzonderheid van het individu pretenderen te
vervangen; hier geschiedt iedere handeling in volle vrijheid, en er is
vaderlijke en moederlijke zorg besteed aan elk creatuur....
Vergiftig licht over deze wereld, die in magische, ordelijke anarchie om Antonius
is gelegerd; een gloed van brand boven het huis; magnifiek contrast met de
scherpe schittering van juwelen beneden, met de harde flitsen blauw en geel,
rationalistisch tegen het diepe donker van de achtergrond.... Er worden voor de
heilige Antonius een aantal ‘nummers’ opgevoerd, boven-natuurlijke
circusnummers. Men wil iets van hem, maar wat? Wil de behekste, verstarde wereld
hem overtuigen? Men gelooft het nauwelijks; deze man biedt
geen weerstand, hij is diep verzonken in zijn onderbewuste, dat hem ontvangt met
technische gruwelen, gruwelijk juist door hun nuchtere onzinnigheid, die echter
uit de zakelijkste berekening schijnt voort te komen. Men hijst het zeil op de
rug van een padde; uit het bij Bosch zo geliefde ei schiet een boogschutter op
windvogels; een ‘tank’ wordt in stelling gebracht. Overal werkt een
geheimzinnige, maar even zakelijke als grillige tactiek; dit offensief tegen de
heilige geschiedt door degelijke hocus pocus, is geen dilettantenwerk; maar er
is ook geen spoor van doelbewuste leiding, die de individuen samen doet gaan tot
een aanval volgens een plan. Individualisme dus in de hoogste, de doelmatigste
vorm; zeer reëel verschil zonder doel, doorgevoerd tot in de bouw der
afzonderlijke wezens, die niet eens zouden kunnen samengaan in een ‘volksfront’,
omdat zij ieder van een andere planeet komen. Ook het huis op de achtergrond
staat op een eigen planeet; men vermoedt de hel daarin; of misschien wordt er in
dit huis met de wereldbrand gespeeld, volgens dezelfde stille, dreigende,
grillige tactiek van de gedrochten om Antonius?
Dit paneeltje resumeert voor mij de gehele Hieronymus Bosch: zijn aristocratische
poëzie in de eerste plaats en ook zijn genie in het groteske... dat eigenlijk
niet grotesk is, omdat het de natuurlijke staat is van Bosch' wereld. Hij heeft,
als zijn Antoniussen, in deze wereld geleefd, verzonken, maar