tiental jaren met de wereld gespeeld als een kind, tot hij, in
1900, ook volgens de Burgerlijke Stand stierf. Zo is hem ook bespaard gebleven
wat hem zonder twijfel een ergernis der ergernissen zou zijn geweest: de
usurpatie van zijn woorden en denkbeelden door volksmenners, die zijn woorden
via bloemlezingen wisten te verdraaien en zijn denkbeelden door eigen onmacht
tot denken als caricatuur onder de massa brachten.
Men ziet reeds aan de bekende buste van de beeldhouwer Klinger, die Nietzsche
heeft geportretteerd met een dikke neus en arrogante ogen, waar het misverstand
omtrent deze persoonlijkheid schuilt: men heeft hem opgevat, zoals hij zelf eens
gezegd heeft, ‘als een aanhangsel van zijn misleidende snor’, d.w.z. als een
profeet van de ‘blonde Bestie’ en de animale instincten. Men moet echter al een
bijzonder slecht psycholoog zijn en niets afweten van het leven van Nietzsche,
om aan een dergelijke conceptie van zijn wezen te kunnen geloven. Alles wat
Nietzsche geschreven heeft, ook het werk, waarin hij zich uitspreekt in woorden
die aanleiding zouden kunnen geven tot het groteske misverstand van de
‘Uebermensch’ als krachtproleet, Der Wille zur Macht, is één
pleidooi voor de menselijke waardigheid, voor een ‘leven in de
geest’, maar los van de oude leuzen en de dorre conventies, die de geest dreigen
te verstikken.
Het kan zijn, dat dit standpunt in Nederland eigenlijk vanzelfsprekend is. Wij
zijn niet geïnteresseerd bij een rassenmonopolie, dat zijn voornaamste
steunpilaar vindt in de autoriteit van een Julius Streicher; en wij komen dus
ook minder gemakkelijk in de verleiding om de ‘Umwertung aller Werte’, die zich
in Nietzsche's werk heeft voltrokken, nogmaals terug ‘umzuwerten’ tot een
bedrieglijk als ‘Herrenmoral’ nagebootste ‘Sklavenmoral’. Toch schijnt ook ten
onzent het misverstand, dat men in Nietzsche een voorloper moet zien van de
rassenpsychose, die thans overal in Europa (en zelfs met behulp van de
‘wetenschap’) aanspraak maakt op een gehoor, de kop op te steken.
Op de Studieconferentie van de Vrijzinnig-Democratische Bond heeft b.v. prof.
Kohnstamm de 14e October gesproken over de geestelijke gevaren van het
nationaal-socialisme. Vol-