Aldus schreef ik bij George's dood. Die
consequente toewijding aan het dichterschap heeft zich, men zal het zich
herinneren, o.m. ook geopenbaard in de vorming van een kring van ‘discipelen’,
in de uitgave van het tijdschrift Blätter für die Kunst, en
zelfs in een compleet ritueel, dat de uitzonderingspositie van het dichterschap
moest symboliseren.
In deze uiterlijkheden is ongetwijfeld zeer veel, dat grenst aan snobisme en
aanstellerij. Het is tegenwoordig niet wel meer mogelijk, het standpunt van
George's ‘geestesbiograaf’, Friedrich Wolters, te delen, die de dichter in de
overdrevenste bewoordingen heeft bewierookt. Met alle eerbied voor George's
poëzie zal men de scherpste critiek niet kunnen sparen om achter het ‘geheim’ te
komen, dat Stefan George en zijn kring aan het oog der profane menigte tracht te
onttrekken. De hoge hoed, de plechtige jas en de gestyleerde das behoeven ons
althans niet meer te imponeren.
Voor de kennis van George's leven en werken is het boekje van Albert Verwey van
veel belang. Verwey heeft George van nabij gekend en heeft herinneringen aan hem
uit de jaren, die liggen tussen 1895 en 1928. De omgang der beide dichters werd
telkens afgebroken door perioden, waarin zij elkaar niet zagen; zelfs is,
voornamelijk door het verschil in standpunt tegenover het nationalisme en de
wereldoorlog, de vriendschap later aanmerkelijk bekoeld. Maar Verwey heeft
George toch zo intiem gekend, dat hij beschouwd mag worden als een der
betrouwbaarste getuigen. In de tijd van hun vriendschappelijke omgang hebben zij
zich samen laten tekenen door Toorop; een reproductie van die tekening vindt men
in het boekje opgenomen, evenals een curieuze foto van George en zijn intimi,
waarop Karl Wolfskehl, Alfred Schuler, Ludwig Klages en Verwey zelf om de
meester zijn gegroepeerd; een uniek document van dichtergezichten!
Verwey is ook daarom zeker een betrouwbaar berichtgever, omdat hij (zoals meer
Tachtigers op latere leeftijd) met pijnlijke nauwkeurigheid en zonder veel
gevoel voor humor tegenover de feiten zijn verslag uitbrengt. Ieder
wandelingetje, ieder thema van gesprek wordt met zoveel besef van
verantwoordelijkheid genoteerd, dat men zich wel eens afvraagt, of