Vaderlandartikelen 1938
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdKoningin Victoria. Een verdienstelijke ‘documentair’ onder regie van Herbert Wilcox, met Anna Neagle en Anton Walbrook.In de groote lijn is de film over het leven van koningin Victoria van Engeland volkomen vergelijkbaar met het tooneelstuk van Lawrence Housman, waarvan in Nederland nog slechts een Fransche opvoering is gegeven door het gezelschap van Gaby Morlay. Ook de film geeft eigenlijk een reeks ‘tableaux’, een historisch overzicht van (ditmaal door titels aan elkaar verbonden) episoden uit den langen regeeringstijd van de befaamde vorstin; evenals in het tooneelstuk ligt het accent vooral op de idylle tusschen Victoria en Albert van Saksen-Coburg, terwijl na diens dood nog slechts de apotheose komt van de kroning tot keizerin van Indië en het regeeringsjubileum. Tot zoover is er dus groote overeenkomst Men kan echter niet ontkennen, dat de film veel meer mogelijkheden biedt voor een dergelijke historische ‘show’, waarbij de nadruk nu eenmaal niet kan vallen op het persoonlijke drama, omdat er zelfs op deze reeds lang overleden koningin voor den Engelschman nog te veel taboe's rusten om er al te veel psychologie bij te pas te brengen. De film moet zich dus, evenals het stuk, bepalen tot een aantal tafereelen, waarin men het dankbaarst gebruik kan maken van het werkelijke stuk idylle, de echtvereeniging tusschen Albert en zijn ‘Kleine Frau’; en daarom heen kan de film veel meer dan het tooneel een suggestie geven van het politieke en maatschappelijke leven dier dagen (natuurlijk ook niet al te critisch). Hiervan heeft de regisseur Herbert Wilcox zeer naar behooren geprofiteerd. Hij had de medewerking der autoriteiten en kon zoo gebruik maken van veel authentiek materiaal en authentieke achtergronden: St. James Palace, Buckingham Palace, cavalerieregimenten, St. Paul's Cathedral, kanonnen uit 1837, Victoria's koets etc. etc. Dat geeft de film een zekere documentaire waarde; zoo is b.v. de kroning van Victoria de verfilming van een interessant stuk Engelsch traditionalisme geworden, waardoor de toeschouwer een indruk krijgt van de praal, die bij zulke gelegenheden wordt tentoon gespreid. Bijzonder vermakelijk is ook het origineele treintje van 1841, dat Victoria en Albert op de huwelijksreis vervoert, vooral ter vergelijking met onze Diesel-tractie. Ook waar hij geen ‘documentair’ materiaal ter beschikking had, is Wilcox er in geslaagd een historischen achtergrond te scheppen. Zoo is de parlementszitting in tegenwoordigheid van Albert een niet onaardige evocatie van het Engelsche constitutioneele spel, met zijn typische ambivalente instelling op het koningshuis, als een symbool van onderdrukking en continuïteit tegelijk. Weliswaar blijft dit alles een platenatlas, die zich in beweging heeft gezet, maar het is zeer aangenaam bladeren in dit rijk geillustreerde boek. Natuurlijk zijn de minder flatteuze episoden uit Victoria's regeeringsperiode niet uitgewerkt of verzwegen zoo b.v. de Boerenoorlog; maar het conflict met Palmerston over de buitenlandsche politiek tijdens den Amerikaanschen Secessieorlog (dat overigens een compliment is voor Victoria en Albert beide) wordt uitvoerig behandeld. De laatste episoden (de kroning en het jubileumfeest) zijn in kleuren opgenomen. Hoewel zulks heel geschikt is om den indruk van pracht en praal te versterken, kan ik het realisme van de kleurenfotografie, die hier technisch geslaagd is, nog steeds niet bewonderen. Men kan echter op grond van dit ondergeschikte fragment geen definitief oordeel vellen over den stand van zaken op dit gebied. De rol van koningin Victoria is in de beste handen bij Anna Neagle, wier opvatting overigens sterk doet denken aan die van Gaby Morlay. Blijkbaar hebben beide actrices zich zoo sterk aangepast aan hun historisch voorbeeld, dat zij het tot een zekere eenheid van vormgeving wisten te brengen, zij het dan ook waarschijnlijk geheel toevallig. De geleidelijke metamorphose van jong meisje in oude vrouw is ook Anna Neagle zeer goed gelukt. Adolf Wohlbrück of Anton Walbrook, zooals hij hier heet, verdient een woord van lof voor zijn discrete spel als Albert van Saksen-Coburg. Ook ondergeschikte rollen, zooals die van Melbourne, Palmerston, Peel, Gladstone e.a. worden met talent vertolkt. De regie beperkt zich tot ‘registratie van de tableaux, maar doet dat verdienstelijk. M.t.B. |
|