Geen stersysteem; op zoek naar belangrijke stukken
‘Wat ik hier gezegd heb omtrent de beide spelstijlen houdt direct en nauw verband met de keuze van het repertoire.
Immers in den stijl-Stanislafski, (als ik die kortheidshalve zoo mag noemen) is het stuk primair, de spelers staan in dienst van het stuk, dus van den schrijver, zij moeten hun rollen spreken en spelen.
In den stijl-Moskouer Künstler gaat het in de eerste plaats om het spel, de dichter en zijn stuk zijn daarvoor aanleiding, excuus desnoods, gelegenheid steeds.
Het geeft den ster-acteur of de ster-actrice de kans tot een wellicht machtige prestatie, door den dichter heelemaal niet bedoeld. Maar de dichter is slechts “de dienstknecht in het huis” van den ster-acteur. Het was om die reden dat Anatole France de tooneelspelers als ras haatte en dat Pirandello zich op hen wreekte met zijn “Zes personnages op zoek naar een schrijver”. En daar tooneelspelers volstrekt geen haatdragende menschen zijn en zelfs een auteur willen spelen, die zich op hen wreekt, mits hij hun kans tot spel geeft, speelden zij zijn stuk.
Is echter de rôle parlé belangrijker dan de rôle joué, zooals een Fransch criticus het eens eenigszins simplistisch zeide, dan is voor de voorstelling het woord van overwegend belang. Dan dient men de stukken te kiezen van die schrijvers, die waarlijk wat te vertellen hebben of die voor wat zij te zeggen hadden een vorm vonden, waarin het gezegde belangrijk werd. Dat dus werd het leidend beginsel bij het vaststellen van ons repertoire. Het spreekt vanzelf, dat in de practijk dat wat ik hier in theorie stelde, eindeloos genuanceerd is en dat het niet aangaat in het dagelijksche tooneelleven een purist in stijltheorie te worden. Wij hebben slechts getracht de hoofdlijnen vast te leggen.’
Wij hebben den heer Verbeek gevraagd, of deze verdeeling in twee stijlen eigenlijk niet neerkomt op een variant van het gevleugelde woord van Victor E. van Vriesland: ‘Er zijn twee stijlen. De eene stijl bestaat niet’. De heer Verbeek ontkende dit echter ten stelligste; hij legde er den nadruk op, dat hij den speelstijl, die niet de zijne is, volstrekt niet minderwaardig acht, en gaf ons verschillende voorbeelden van zeer verdienstelijke Nederlandsche acteurs, waarmee hij, in zijn stijl, toch niet zou kunnen werken. Het spelen naar den tekst toe sluit bepaalde soorten virtuositeit-om-de-virtuositeit uit, zooals die in de negentiende eeuw dikwijls met zoo ontzaglijk veel talent over het voetlicht werd gebracht. Wie echter het belang van het stuk op den voorgrond stelt, zal zich van het bevorderen van dit soort tooneel moeten onthouden; hetgeen volstrekt niet wil zeggen, dat hij het talent an sich onderschatten zal, integendeel.