E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Garoet, 18 november 1937
Garoet, 18 Nov. '37.
Beste Menno,
Van Jan zul je gehoord hebben dat onze pech nu vermeerderd is met de ontdekking van amoeben-dyssenterie bij mij.
Ik onderga een straffe kuur, die ± een maand kan duren. [Eerst zeiden ze: een week!] Wat dat kosten zal, daar wil ik nog maar niet aan denken. En het is te hopen dat ik dan ‘schoongeveegd’ ben, want anders is het leed niet te overzien: lever-abces en allerlei ander gedonder kunnen uit zooiets voortkomen, [Soms jaren erna en als de patient zich allang genezen dacht.] Ik moet het volgens berekening nl. al een jaar hebben en de beestjes zitten al in mijn lever. Als deze berekening juist is, moet ik het op reis - wschl. Singapore, waar we onze eerste oostersche vruchten aten - of direct na aankomst hier hebben opgedaan. Enfin.
Ik schrijf je nu vooral met het oog op de Van Haren-historie die ik je zond. Beschouw die voorloopig niet als af, en zend hem maar niet naar Romein, in géén geval. Ik heb gemerkt dat uit dergelijke onzekere ‘ontmoetingen’ altijd misverstanden komen. Ik ben nu, voor zoover mijn zwakke krachten 't me veroorloven ('s morgens na de dagelijksche prik ben ik meestal gammel) druk pennende aan D. van Hogendorp. Maar misschien zie ik in dit alles een heeleboel en is het in werkelijkheid één groote vergissing. Het 5e Zegel heeft me op dit gebied bepaald angstig gemaakt, en Jansen en Binnerts, mijn 2 eenige ‘proevers’ hier, zijn verre van enthousiast. Ik zou dus zeggen:
lees jij het alleen, zeg hoe ik 't historische gedeelte moet aanpakken (schrappen of juist opwerken?) als je 't niet goed vindt, en wat je er verder van denkt - de bedoeling is natuurlijk: géén historisch verhaal, maar de hist. achtergrond is in dit geval onmogelijk te missen - en stuur het dan door aan Jan. Laat Jan mij ook zeggen wat hij ervan denkt. In geen geval deugt de tekst die ik jou zond, want Freddy Batten zal mij nog 2 boeken over de Van Harens sturen door Halbertsma (hier onvindbaar), waardoor ik misschien van allerlei zal moeten wijzigen. Ook de stijl bevalt me nog niet heelemaal. Misschien is 't wel èrg voor menschen die iets meer dan lezen kunnen. Hoe dan ook, geef me - met het oog op de rest van het boek - uitvoerig (dwz. gedetailleerd) je opinie over deze proeve van ‘chroniques italiennes’ van me. Nog iets waar de hollandsche lezer wschl. niets van hebben moet, al is hij o zoo dol op de boeken van L.E. (Las je die ooit?)
Ik schrijf beter, zoodra ik mezelf beter voel. Ik ben op 't oogenblik niet ziek, maar ‘beroerder’ van die kuur dan van de heele dyssenterie gedurende dat jaar dan. Veel hartelijks tusschen ons 4, en steeds je oude vriend
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag